Borduurlap “Familie De Jong” 2009.

Tel uw zegeningen.

De rand links met golf is geïnspireerd op de vele vaarten en kanalen in Friesland. De rand rechts met zeilboten, het is er heerlijk zeilen op de elf meren. Een jaarlijks terugkerend evenement is het “Skûtsjesilen” en “de Sneekweek” . De vuurtorens staan voor de vier Waddeneilanden die bij onze provincie horen Vlieland, Ameland, Terschelling en Schiermonnikoog. “De Friese vlag (gen)” boven en onder in de rand is onze trots. “De Waterpoort” is het symbool van de stad Sneek. De provincie Friesland in groen afgebeeld staat centraal. De zwanen (zelf omgezet in kruissteek) komen uit het boek “750 jaar Langweer” gevierd in 2006, geschreven door Pieter Brinksma uit Langweer, een prachtig dorp aan de Langweerder Wielen, het dorp van mijn jeugdjaren. In Langweer woonden we aan het Efterom 161 een vrijstaande woning van de fabriek.

Mijn moeder was een dochter van Ekke de Jager en Afke Zijlstra. Zij kregen een dochter en een zoon Antje en Ekke, beiden geboren op een boerderij in een hervormd gezin in Oppenhuizen. De boerderij is ooit afgebrand, vandaar dat ik heb gekozen om het Friese type “Kop hals romp” boerderij in kruissteek af te beelden. Het is dus ook mogelijk dat het een “Stjelp” boerderij was.

Mijn vader leerde mijn moeder in Oppenhuizen kennen, iedere dag fietste hij door het dorp op weg naar zijn werk op de zuivelfabriek “De Westerbrugsloot ” in Uitwellingerga van “Jeltsje muoi”.

Mijn vader, Freerk de Jong (oudste zoon van Anne de Jong en Ieke de Vries, die naast mijn vader nog twee  zonen kregen,  Auke en Harmen) woonde in de Wassenbergstraat 52 in Sneek. Opa de Jong was gasopmeter bij de gasfabriek in Sneek, waar ook mijn opoe werkte.
In de jaren dertig werkte mijn vader enkele jaren bij wasserij Sinnema aan de Regenboogstraat. Hierna enkele jaren bij Landustrie. Daarna werkt hij op de oliefabriek grasdrogerij van D. van der Ley in Langweer. Hier heeft hij vele jaren gewerkt, tot de fabriek niet meer rendabel was. Daarna kwam hij bij machinefabriek Hubert werken aan de Franekervaart in Sneek als technische man en als lasser.

Mijn moeder kon goed leren en was een wijze vrouw, gek op kleuren. Voor een winkel staan met breigaren in diverse kleuren vond ze prachtig. Ze breide en naaide onze kleren. Planten stekken, cake bakken en koken vond ze erg leuk.

Mijn vader had enorm veel respect voor directeur A. Jellesma. “Jellesma heeft Hubert groot gemaakt”; zei hij altijd. Jellesma was altijd vroeg op de zaak vertelde mijn vader destijds, hij haalde de grote orders binnen. Voor Hubert heeft mijn vader ook nog enkele jaren in Utrecht bij DE (Douwe Egberts) gewerkt.

De hobby’s van mijn vader Freerk waren o.a. figuurzagen. Hij heeft in de oorlogsjaren veel lampenkappen en lampen, krantenbakken etc. gemaakt. Fietsen repareren, mijn vader maakte voor  m’n eerst fiets van een jongensfiets, donkergroen was de fiets, ik was er reuze blij mee. Vissen vond hij prachtig, dan kwamen zijn gedachten heerlijk tot rust. En natuurlijk boten bouwen. Mijn vader bouwde een ijzeren bakdekkruiser in de jaren dertig. Jammer dat hij niet heeft meegemaakt dat dit type tegenwoordig erg populair is, wij noemen ze nostalgische boten. Helaas heeft hij deze boot in de crisis j aren moeten verkopen want de duitsers vorderden alle boten om er mee naar Engeland te varen vertelden onze ouders. In Langweer heeft vader Freerk achter huis samen met zijn schoonzoon Rienk een boot van 6 meter met de hand in elkaar geklonken. In 1971 heeft hij naast ons huis in Folsgare een kruiser gebouwd samen met zijn schoonzoon Rienk. Drie en een halfjaar hebben ze hier aan gebouwd. Zelf heeft hij de nieuwe motor er in gebouwd, dit was een enorme klus. Iedere zaterdag werd er aan de boot gewerkt, Rienk kwam dikwijls door de week ook nog een dagje werken aan de boot. Wij noemden hen “De Verolmes”. Ruim 20 jaar hebben we met elkaar kunnen genieten van deze boot “De Winsk” genaamd. De boot was ruim 7,5 meter lang.

 

 

   De Winsk